Vertaling naam van Nederlands naar Engels

naambordje - bij naam - meisjesnaam - naamplaatje - spottende naam - spotnaam - schuilnaam - bijnaam - naamwoord - kindernaam - niet voornaam - naamborden - erfgenaam - naamkaartje - doopnaam - handelsnaam - familienaam - naamloos - merknaam - voornaam - goede naam - aangenaam - naamsbekendheid - wereldnaam - roepnaam

overweldiging - opgetut - krampachtig gedoe - tweeriems - hartenjagen - winkel - prakkizeren - vleug - danken - jaarlijkse - remraket - ingrediënt - spoedkarwei - kokosboom - koorleider - scholieren - akkoord gaan met - speld - cederboom - kampvuur - gekuier - onderuitgaan - rookloos - troggelarij - steunontvanger