Vertaling necesidad van Spaans naar Nederlands

necesidad la ~ (adversidad)
[zelfstandig naamwoord]

noodwendigheid de ~

behoeftigheid de ~

nood de ~

necesidad la ~

elementaire zaak

noodzaak de ~

necesidad la ~

behoefte de ~

necesidad la ~ (afán)
[zelfstandig naamwoord]

aandrang de ~

aandrift de ~

drang de ~

drift de ~

impuls de ~

neiging de ~

necesidad la ~ (penuria)
[zelfstandig naamwoord]

schaarste de ~

gebrek het ~

krapte de ~

schaarsheid de ~

tekort het ~

necesidad la ~ (necesitado de ayuda)
[zelfstandig naamwoord]

hulpbehoevendheid de ~

nood de ~

necesidad la ~ (carencia)
[zelfstandig naamwoord]

gemis het ~

gebrek het ~

Wat is necesidad in het Nederlands?