Vertaling oorlog voeren van Nederlands naar Engels

sympathiseren - naald - bronsttijd - onontvlambaar - bank van lening - vergeetachtig - naar zich toe halen - satanskind - geleidebiljet - kreupelheid - aangeboren - ladderen - kampeerplaats - ongeldig verklaren - donders - snappen - ongoddelijk - visachtig - groot concern - agrariër - loonplafond - explosieve lading - slijpsel - rozenbottel - dwangmiddel