Vertaling oriënteren van Nederlands naar Zweeds

heroriënteren - zich oriënteren

schutkleur - naastenliefde - onpartijdigheid - senang - zedelijk - een loopneus hebben - renbaan - molenaar - afgeschreven zijn - herenmodezaak - doorluchtig - intekenaar - ransheid - opruimingsprijzen - toestemming - industriearbeiders - overval - glucose - verarming - schoenen - krottenwijk - afkorting - handelswaarde - heruitzending - ontsporing