Vertaling partner van Nederlands naar Duits

Wat is partner in het Duits?

Hieronder vind je de vertaling van partner van NL naar DE.

partner de ~ (zakenpartner)
[zelfstandig naamwoord]

Geschäftspartner der ~

Kompagnon der ~

Mitinhaber der ~

partner de ~ (medestrijder)
[zelfstandig naamwoord]

Mitkämpfer der ~

Genosse der ~

Komplize der ~

Partner der ~

partner de ~ (levensgezel)
[zelfstandig naamwoord]

Lebensgefährte der ~

Ehepartner der ~

Partner der ~

partner de ~ (gezellin)
[zelfstandig naamwoord]

Gesellin die ~

Begleiter der ~

Freund der ~

Genosse der ~

Geselle der ~

Kamerad der ~

Kumpel der ~

Macker der ~

partner de ~ (gezel)
[zelfstandig naamwoord]

Gefährte der ~

Freund der ~

Genosse der ~

Geselle der ~

Kamerad der ~

Kumpel der ~

Macker der ~

partner de ~ (echtgenoot)
[zelfstandig naamwoord]

Ehegatte der ~

Gatte der ~

Gemahl der ~

Lebenspartner der ~

Mann der ~

Partner der ~

Woorden die beginnen of eindigen met partner

zakenpartner - handelspartner - levenspartner - gesprekspartner

Recente vertalingen van NL naar DE

inlichtingenofficier - temperament - niet kunnen verdragen - werkeloos zijn - voortstuwing - op zichzelf - trekvogels - meerderen - derde - salonwagen - kreuken - winstaandeel - halfvolgroeid - flessenhals - in het nauw - poolshoogte nemen - kaasschaaf - porties - bijfiguur - regelbaar - dichtschroeven - stopbord - takelwagen - spinet - sensatieroman

Reinier Korth - Freelance Web Developer