Vertaling persoon van Nederlands naar Engels

persoon die op wacht staat - hoogdravend persoon - twijfelend persoon - kort en dik persoon - mooi persoon - tussenpersoon - persoonlijkheid - persoonsregister - proefpersoon - rechtspersoon - willoos persoon - hoofdpersoon - met tussenpersoon - persoon die op kosten van een ander leeft - manspersoon - lenig persoon - vrouwspersoon - stomdronken persoon - persoontjes - huren van persoon - persoontje - hinderlijk persoon - lief persoon - twijfelzuchtig persoon - vertrouwenspersoon

tegenofferte - neerbuigend - dwars oversteken - taalstudie - dracht - belettering - offer - handelsvertegenwoordiger - kostprijzen - werpanker - leien daken - getuige voor de rechtbank - goedbedoeld - gelijkschakeling - voorbagagedrager - ondertussen - leefwijze - aderontsteking - mestvaalt - schilderen - luchtgezicht - gehooraandoening - ontkleden - bouwstenen - zinderende