Vertaling position van Frans naar Duits
Wat is position in het Duits?
Hieronder vind je de vertaling van position van FR naar DE.
position la ~
(façon de penser)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Ansichtsweise
die ~
Anschauung
die ~
Ansicht
die ~
Denkweise
die ~
position la ~
(emploi)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Wirkungskreis
der ~
Arbeit
die ~
Arbeitsplatz
der ~
Funktion
die ~
Position
die ~
Stelle
die ~
Stellung
die ~
position la ~
(localisation)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Ortsbestimmung
die ~
Lage
die ~
Ort
der ~
Ortung
die ~
Stelle
die ~
position la ~
(emplacement)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Lage
die ~
Position
die ~
Stand
der ~
Standort
der ~
Verfassung
die ~
Zustand
der ~
position la ~
(condition)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Beschaffenheit
die ~
Gemütszustand
der ~
Kondition
die ~
Zustand
der ~
position la ~
(service salarié)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Dienstverhältnis
das ~
Arbeitsverhältnis
das ~
Dienststelle
die ~
Stellung
die ~
position la ~
(affirmation)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Behauptung
die ~
Aufstellung
die ~
Feststellung
die ~
These
die ~
Woorden die beginnen of eindigen met position
à disposition
-
position de combat
-
changer de position
-
faire opposition
-
droit de disposition
-
place dexposition
-
mettre à la disposition
-
exposition
-
faire une proposition
-
surexposition
-
jours dexposition
-
prise de position
-
proposition
-
apposition
-
séjour à double exposition
-
déposition
-
produits de décomposition
-
opposition
-
décomposition
-
être en état de décomposition
-
composition
-
position dartillerie
-
présupposition
-
positionnement
-
jour dexposition
Recente vertalingen van FR naar DE
babyphone
-
vernissage
-
concomitant
-
écraser en frottant
-
prévision
-
spécifier
-
jazz-band
-
charbonneux
-
cachette
-
état poussiéreux
-
zélateur
-
assistance routière
-
maniabilité
-
dévalisé
-
passe-droit
-
pré de moutons
-
veule
-
bouée
-
surabondant
-
laisser veiller
-
frappé
-
rabaisser
-
attendant tranquillement
-
édifier
-
législation pénale