Vertaling prik van Nederlands naar Spaans
Wat is prik in het Spaans?
Hieronder vind je de vertaling van prik van NL naar ES.
prik de ~
(injectie)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
inyección
la ~
inoculación
la ~
picadura
la ~
pinchazo
el ~
punzada
la ~
Woorden die beginnen of eindigen met prik
speldeprik
-
geprik
-
prikbord
-
speldenprik
-
prikkaart
-
prikkeling
-
prikkels
-
prikkelhoest
-
prikkeldraad
-
prikpil
-
prikkelbaar
-
prikkelbaarheid
-
prikken
-
prikkelen
-
maandprik
-
prikkeldraadversperring
-
prikactie
-
prikken in
-
prikkend
-
prikkelig
-
griepprik
-
prikkelend
-
prikkel
Recente vertalingen van NL naar ES
gemoedsstemming
-
spectrum
-
seinposten
-
waterschade
-
retributie
-
amfibie
-
registreren
-
betitelen
-
herkomst
-
spitshond
-
krakkemikkig
-
onbezwaard
-
wijndruif
-
krentenweger
-
dakluik
-
afgehouden
-
bloemkronen
-
voort
-
onderbezet
-
stadsguerrilla
-
wisselautomaat
-
ongenegen
-
uitzichttoren
-
inlaatluik
-
veldsport