1. Home
  2. Vertalen
  3. DE
  4. NL
  5. rasch

Vertaling rasch van Duits naar Nederlands

Wat is rasch in het Nederlands?

Hieronder vind je de vertaling van rasch van DE naar NL.

rasch (flink)
[bijvoeglijk naamwoord]
vlug
rap
snel
vlot het ~
rasch (schlechthin)
[bijvoeglijk naamwoord]
grifweg
grif
met gemak
vlot het ~
rasch (flink)
[bijvoeglijk naamwoord]
vingervlug
rap
rasch (schleunig)
[bijvoeglijk naamwoord]
spoedig
dra
eerstdaags
gauw
weldra
rasch (geschwind)
[bijvoeglijk naamwoord]
gezwind
direct
gauw
rasch (hastig)
[bijvoeglijk naamwoord]
ijlings
gauw
haastig

Woorden die beginnen of eindigen met rasch

rascheln - Raschheit

Recente vertalingen van DE naar NL

Eßecke - unaufgefordert - Stand - Hauptmänner - Liebestat - Erhöhen - elektrische Ladung - Kulturboden - Hinterausgang - Impfung - Hühner - verstummen - unmeßbar - Blumenbett - frequentieren - begrüßen - Herbstferien - Besenstiel - Unterhosen - Turnschuhe - in Lohndienst einstellen - auflehnen - Medium - barnt - Tintenlöscher
Reinier Korth - Freelance Web Developer