1. Home
  2. Vertalen
  3. DE
  4. NL
  5. Riß

Vertaling Riß van Duits naar Nederlands

Wat is Riß in het Nederlands?

Hieronder vind je de vertaling van Riß van DE naar NL.

Riß der ~ (Spalt)
[zelfstandig naamwoord]
torn de ~
scheur de ~
Riß der ~ (Bruch)
[zelfstandig naamwoord]
barst de ~
breuk de ~
krak de ~
scheur de ~
Riß der ~ (Kerbe)
[zelfstandig naamwoord]
inkeping de ~
barst de ~
gat het ~
groef de ~
kloof de ~
opening de ~
reet de ~
scheur de ~
split het ~
uitsparing de ~

Woorden die beginnen of eindigen met Riß

Aufriß - Schießriß - Abriß - Umriß - Lebensabriß - Grundriß - Meniskusriß

Recente vertalingen van DE naar NL

Bodensenkung - ersaufen - ungarisch - antworten - Verwahrlosung - Waschlappen - ausgeschlsosen - Flußsand - zurück - hier entlang - mit Befürchtung entgegen sehen - stark anwesend sein - Große Klappe haben - ungebeten - Beendung - Durchgangsverkehrsweg - zusammenpressen - Observation - plaudern - hinunterstürzen - vollgeladen - Tafelschen - Dächer - Übungsflug - Umgang
Reinier Korth - Freelance Web Developer