Vertaling roof van Nederlands naar Engels

roofzucht - roofbouw - roofvogel - roofmoord - roofdier - roofridder - roofdruk - roofvis - roofzuchtig - roofvogelnest - roofachtig - roofgierigheid - rooftocht - kinderroof - roofvogels - roofschip - vrouwenroof - roofgoed - roofziek - roofvogeljacht - roofgierig - straatroof - roofoverval

een conferentie houden - sulfaatpreparaat - t afzien van - samenklanken - zalmkleurig - tafelpoot - uiteinde - terrorisme - waarnemer - jachtwagen - schortje - slijmbal - kapokboom - feestelijk - schilferend - zenuwpatiënt - spotkoopje - uit elkaar plaatsen - functionaris - aanprijzen - sterk - ontdaan - onaannemelijk - sterfgevallen - ziekteverlof