Vertaling Ruchbarkeit van Duits naar Zweeds

vergießen - Holzfabrike - Geklirr - Liniendienst - verzinnen - dankbar - Blumenzwiebelzucht - vermögend - Undank - gestanden - verstählt - Geck - Erscheinung - verschieben - gelten als - inbrünstig - Unternehmensrat - Stirnhöhle - Finne - zutäppisch - Butterbrote - Schraubstock - Hosentaschen - Honigtau - Sanktion