Vertaling rumeur van Frans naar Nederlands

rumeur le ~ (brouhaha)
[zelfstandig naamwoord]

rumoer het ~

geluid de ~

rumeur le ~ (commérage)
[zelfstandig naamwoord]

roddel de ~

achterklap de ~

geroddel het ~

kwaadsprekerij de ~

laster de ~

lastering de ~

lasterpraatje het ~

roddelpraat de ~

zwartmaken

rumeur le ~ (brouhaha)
[zelfstandig naamwoord]

kouwe drukte

drukte de ~

ophef de ~

rumoer het ~

rumeur le ~ (murmure)
[zelfstandig naamwoord]

geroezemoes het ~

gebrom het ~

gemurmel het ~

rumeur le ~ (bruit)
[zelfstandig naamwoord]

gedruis het ~

rumoer het ~

tumult het ~

Wat is rumeur in het Nederlands?