Vertaling ruptuur van Nederlands naar Duits

schaal - sneeuwhoop - op een dwaalspoor zetten - ergens verkeren - terugbetalingen - opeengepakt - aanvullen - hofmaarschalk - staatshoofden - zwartwerkers - wittebrood - richtbedrag - kolenbekken - druk - polis - handwerker - pâté - deuk - aansprakelijk zijn voor - vergelijkenderwijs - progressie maken - kilometervreter - pantomime - kunstverzameling - Randstad