Vertaling spoorweg van Nederlands naar Duits

spoorwegviaduct - spoorwegknooppunt - modelspoorweg - spoorwegnet - spoorwegdirectie - spoorwegen - ringspoorweg - spoorwegaandeel - spoorwegverkeer - spoorwegemplacement - spoorwegpersoneel - spoorwegwerkplaats - spoorwegpolitie - spoorwegwissel - spoorwegwet - spoorwegovergang - kabelspoorweg - spoorwegbeambte - spoorwegtarieven - spoorwegbonden - spoorwegdienst - spoorwegmaterieel - spoorwegambtenaar - spoorwegobligatie - spoorwegfondsen

uitwassen - gereedschap - maskers - steenmortel - bedrijfschap - geschifte - drooghouden - zwijnachtig - rector - appèl - zenuwbehandeling - verbasterd - stations - geruineerd - prikkeling - sereen - kloofhoutjes - aal - afsluitbomen - kousenwinkel - onderscheid aanbrengen in - zich schamen - accountantsonderzoek - schakelhefbomen - debiteure