1. Home
  2. Vertalen
  3. ES
  4. NL
  5. terminar

Vertaling terminar van Spaans naar Nederlands

Wat is terminar in het Nederlands?

Hieronder vind je de vertaling van terminar van ES naar NL.

terminar el ~
zaakafwikkeling
afwikkelen
terminar el ~ (terminar hablando)
[zelfstandig naamwoord]
uitpraten tot het eind
uitpraten
uitspreken
terminar el ~ (acabar)
[zelfstandig naamwoord]
afwerken
afmaken
terminar el ~ (terminar de leer)
[werkwoord]
uithebben
terminar el ~ (terminarse)
[werkwoord]
teneindelopen
aflopen
eindigen
terminar el ~ (acabarse)
[werkwoord]
uitraken
terminar el ~ (consumirse)
[werkwoord]
opgebruiken
opkrijgen
opmaken de ~
terminar el ~ (acabar)
[werkwoord]
voltooien
eindigen
terminar el ~ (acabar)
[werkwoord]
voltooien
afkrijgen
afmaken
afronden
afwerken
beëindigen
completeren
een einde maken aan
klaarkrijgen
klaarmaken
volbrengen
volmaken
terminar el ~ (completar)
[werkwoord]
vervolledigen
afmaken
completeren
perfectioneren
vervolmaken
volledig maken
voltooien
terminar el ~ (tener acabado)
[werkwoord]
uitkrijgen
terminar el ~ (acabar)
[werkwoord]
ten einde lopen
aflopen
eindigen
terminar el ~ (abandonar)
[werkwoord]
spieken
afkijken
terminar el ~ (fumar)
[werkwoord]
oproken
terminar el ~ (concluir)
[werkwoord]
naar einde toewerken
afsluiten
terminar el ~ (vaciar)
[werkwoord]
leegdrinken
ledigen
leegmaken
opdrinken
uitdrinken
terminar el ~ (despejar)
[werkwoord]
ledigen
leeghalen
leegmaken
legen
terminar el ~ (arreglar)
[werkwoord]
in orde maken
afdoen
klaren
regelen de ~
terminar el ~ (abandonar)
[werkwoord]
ermee uitscheiden
opgeven
ophouden
staken de ~
stoppen de ~
uitscheiden
terminar el ~ (perseguir)
[werkwoord]
erdoor jagen
terminar el ~ (efectuar)
[werkwoord]
een einde maken aan
afsluiten
beëindigen
eindigen
ophouden
stoppen de ~
terminar el ~ (dar muerte a)
[werkwoord]
doden de ~
afmaken
doodmaken
doodslaan
liquideren
ombrengen
van kant maken
vermoorden
terminar el ~ (concluir)
[werkwoord]
besluiten de ~
beslissen
terminar el ~
laatste gedeelte afmaken
afronden
completeren

Woorden die beginnen of eindigen met terminar

determinar - exterminar - terminarse - terminar en - terminarse algo sorbiendo ruidosamente - sin terminar - terminar mal - terminar hablando - para terminar - terminar de leer

Recente vertalingen van ES naar NL

traílla - étimos - laminado - vida afectiva - pregonar - emitir noticias - atribuir a - bayoneta - tumefacto - chapaleo - tejemaneje - poderes de succión - chalote - holgazanería - diabólico - ballestero - foto de conjunto - paralización del trabajo por heladas - mantequilla artesana - daltonismo - portón - interferir - hilo para bordar - anunciar con trombones - dádiva
Reinier Korth - Freelance Web Developer