Vertaling thuis van Nederlands naar Engels
Wat is thuis in het Engels?
Hieronder vind je de vertaling van thuis van NL naar EN.
thuis het ~
Woorden die beginnen of eindigen met thuis
lusthuis
-
rusthuis
-
gasthuis
-
jachthuis
-
thuiszitter
-
thuisbezorgen
-
kosthuis
-
thuiswacht
-
eethuis
-
thuisblijvers
-
thuisblijver
-
thuishouden
-
thuishoren
-
bij u thuis
-
tuchthuis
-
thuisbrengen
-
thuisfluiter
-
thuisvracht
-
thuisfront
-
thuiswerk
-
thuisvlucht
-
thuismarkt
-
thuiszorg
-
thuiswedstrijd
-
thuisblijven
Recente vertalingen van NL naar EN
omrekenen
-
vergroting
-
dirigeerstaf
-
hoendervoer
-
rabbijn
-
kopschuw
-
naar boven toe
-
constructies
-
salarisschaal
-
hem
-
gezichtskring
-
sollicitatiegesprek
-
ontsporing
-
literair
-
gemaaktheid
-
bij bewustzijn blijven
-
ouwe
-
ten grondslag liggen
-
snippertje
-
strijdwagen
-
sterk aanwezig zijn
-
bieden
-
stukwerker
-
korrels
-
maatkleding