Vertaling tópico van Spaans naar Nederlands

tópico el ~

stereotiep beeld

tópico el ~ (estereotipo)
[zelfstandig naamwoord]

stereotype het ~

tópico el ~ (problema)
[zelfstandig naamwoord]

problematiek de ~

kwesties de ~

problemen de ~

tópico el ~ (problema)
[zelfstandig naamwoord]

probleem het ~

kwestie de ~

vraagstuk het ~

tópico el ~ (acto)
[zelfstandig naamwoord]

gebeurtenis de ~

feit het ~

incident het ~

voorval het ~

tópico el ~ (manta de viaje)
[zelfstandig naamwoord]

dooddoener de ~

tópico el ~ (cliché)
[zelfstandig naamwoord]

cliché het ~

gemeenplaats de ~

tópico el ~ (caso)
[zelfstandig naamwoord]

casus de ~

geval het ~

kwestie de ~

tópico el ~ (asunto)
[zelfstandig naamwoord]

issue het ~

kwestie de ~

punt de ~

tópico el ~ (cliché)
[bijvoeglijk naamwoord]

cliché het ~

Wat is tópico in het Nederlands?