Vertaling uitgeven van Nederlands naar Frans

iets uitgeven - uitgeven voor een maaltijd - uitgeven aan - ergens geld aan uitgeven

hierbinnen - toegangsbewijs - vulstuk - kakkerlak - academisch - tijdigheid - studentenvereniging - vispâté - blaadje - fel bekritiseren - niet toegevend - overschakelen - voorwereldlijk - kiften - verslijten - schoenenwinkel - kampeerplaats - landbouwwerkzaamheden - gulpen - overheen gaan - onderhoudend - zweetband - smartelijk - vlothout - uitgeschreven