Vertaling vakantie van Nederlands naar Engels
Wat is vakantie in het Engels?
Hieronder vind je de vertaling van vakantie van NL naar EN.
vakantie de ~
(verloftijd)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
study leave
the ~
day off
the ~
floating day
the ~
furlough
the ~
leave
the ~
sabbatical
the ~
vacation
the ~
Woorden die beginnen of eindigen met vakantie
vakantieadres
-
vakantiecursus
-
vakanties
-
zomervakantie
-
grote vakantie
-
vakantieplannen
-
vakantieplanning
-
vakantiegeld
-
vakantiereizen
-
vakantiereis
-
vakantiekamp
-
vakantietoeslag
-
vakantiedrukte
-
vakantieoord
-
vakantiewerk
-
herfstvakantie
-
kerstvakantie
-
vakantieganger
-
vakantiegast
-
vakantiestemming
-
vakantiespreiding
-
vakantietijd
-
vakantiekolonie
-
najaarsvakantie
-
vakantievierder
Recente vertalingen van NL naar EN
pygmee
-
ten gevolge van
-
humbug
-
vatbaar
-
rietsuiker
-
met mate nemen
-
afknallen
-
afdrijven
-
stuurlieden
-
artsenijmiddel
-
danig
-
taxistandplaats
-
dreigbrief
-
computer
-
verstoppertje spelen
-
theeplanter
-
intensivering
-
klimmer
-
margarine
-
stomdronken
-
verkoping
-
achterbuurtvolk
-
gefortuneerd
-
varkens fokken
-
hongergevoel