Vertaling vastplakken van Nederlands naar Frans

vastplakken (aanplakken)
[zelfstandig naamwoord]

scotcher le ~

coller le ~

engluer le ~

vastplakken (aaneenplakken)
[werkwoord]

coller ensemble

engluer le ~

plaquer

se coller

vastplakken (aan elkaar kleven)
[werkwoord]

se coller

adhérer

attacher

coller le ~

engluer le ~

ne pas décoller

plaquer

sattacher

sattacher à

vastplakken (vastlijmen)
[werkwoord]

coller le ~

engluer le ~

fixer avec de la colle

scotcher le ~

vastplakken (vastlijmen)
[werkwoord]

coller le ~

attacher

engluer le ~

fixer la ~

rattacher

sattacher

Wat is vastplakken in het Frans?