Vertaling voorzien van Nederlands naar Zweeds

van een prijs voorzien - van beschermingen voorzien - welvoorzien - van stigmas voorzien - voorziening - voorzien van klimaatregeling - van afsluitende laag voorzien - van verband voorzien - van onderdak voorzien - van alarm voorzien - van palen voorzien - van een dak voorzien - voorzien van - van loodglazuur voorzien - onvoorzien - van zegel voorzien - v. takelwerk voorzien - van spaties voorzien - van pleister voorzien - van alarminstallatie voorzien - van lijnen voorzien - van indexnummers voorzien - voorzienigheid - van commentaar voorzien - van grenzen voorzien

etalering - goedbedoeld - blank - onvermengd - opsplitsen - uiterste datum - gouvernante - automobiel - onwankelbaarheid - eenkennig - zonder pretenties - vetzucht - uitstapje - aankomen op vliegveld - voorzittersplaats - tevredenstelling - diepdroevig - schrijnwerkersambacht uitoefenen - ongenodigd - robber - vleugelpunt - sneeuwbuien - gemoedsgesteldheid - roerganger - veldmuis