Vertaling vracht van Nederlands naar Duits

vrachtwagens - luchtvracht - vrachtvervoerder - vrachtje - vrachtboot - karrenvracht - vrachtbrief - vrachtvliegtuig - vrachtvervoer - thuisvracht - vrachtvaarder - vrachtwagen - vrachtrijder - vrachtdienst - vrachtschip - vrachtvrij - vrachtgoed - vrachtlijst - vrachtkar - karrevracht - vrachtondernemer - vrachten - vrachtwagenstation - retourvracht - vrachtvaart

biscuitje - aanspreekbaar - verkreukeld - operette - schoorsteenvegers - vreugdegeschreeuw - van elkander - kubieke meter - ondoelmatigheid - loslopen - darmkanaal - prijzengeld - onbelangrijkheid - bankwerker - afbetaling - steenblok - traliewerk - kelnerin - cariës - beboeten - vlerkprauw - rondlopen met - bisschopsstaf - ras - grenswachter