Vertaling wedstrijd van Nederlands naar Zweeds

bokswedstrijd - wedstrijdzeilers - schietwedstrijd - ladderwedstrijd - vliegwedstrijd - roeiwedstrijd - revanchewedstrijd - voetbalwedstrijd - wedstrijdleider - bekerwedstrijd - worstelwedstrijd - wedstrijdzeiler - terugwedstrijd - wedstrijdbaan - wedstrijdje - wegwedstrijd - wedstrijdballen - zeilwedstrijd - schaatswedstrijd - oefenwedstrijd - returnwedstrijd - doel bij voetbalwedstrijd - competitiewedstrijd - schaakwedstrijd - wedstrijdbal

wipneus - mee eens - stuurmannen - ijzeroxide - wegnemen - ijzerdepot - koppelbaasonderneming - stichtingsbrief - versterkend - zijmuur - met spuit een medicijn toedienen - sociale groep - grammatica - koopvaardijvloot - conform - tussenruimtes - meteo - kapotje - knibbelaar - en gros - kerkgewaden - groothertogdom - godvrezend - las - achteloosheid