Vertaling wijzen van Nederlands naar Zweeds

toewijzen - wijzen naar - schrijfwijzen - eer bewijzen - identiteitsbewijzen - legitimatiebewijzen - doorverwijzen - hulde bewijzen - uitwijzen - eerbied bewijzen - bewijzen - onderwijzen - verwijzen - iets aanwijzen - inschrijvingsbewijzen - terugwijzen - afwijzen - eerbewijzen - een oordeel wijzen - terechtwijzen - wijzen op - aanwijzen - denkwijzen - inentingsbewijzen

papierfabriek - roven - moeke - wederom - topuur - kostwinner - schertsend - kriebel - wagenmakers - beschermmantel - sneeuwachtig - ruimtevrees - tranen afscheiden - gesteek - reëel - hypnotherapeut - gedachtenverandering - ruchtbaar - schrijfkunstenaar - vaste kernen - kiesbevoegd - tweeslachtigheden - rassen - eerloos - spelen