Vertaling worp van Nederlands naar Zweeds

worpen - mastworp - steenworp - inworp - worp met steen - speerworp

tussenklasse - schooljaren - ontbomen - zenig - rakelings - zich zetten - onopvallend - wapenuitrusting - overweldiging - curator - onverzoenlijk - vlindernetje - spionage - intercitytrein - platweg - vlugheid - tuiten - van wal gaan - plechtig bevestigen - financiële middelen - rijvaardigheidsproef - kamerbewoner - procesverbaal - sprookjesverhaal - dooreenmengen