Vertaling Zauber van Duits naar Nederlands
Wat is Zauber in het Nederlands?
Hieronder vind je de vertaling van Zauber van DE naar NL.
Zauber der ~
(Reiz)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
bekoring
de ~
aanlokkelijkheid
de ~
aantrekkelijkheid
de ~
bekoorlijkheid
de ~
betovering
de ~
fascinatie
de ~
Zauber der ~
(Anmut)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
bekoorlijkheid
de ~
aanlokkelijkheid
de ~
aantrekkelijkheid
de ~
aantrekkingskracht
de ~
bekoring
de ~
charme
de ~
gratie
de ~
Woorden die beginnen of eindigen met Zauber
Zaubertrank
-
Zauberin
-
zaubern
-
Zauberkünstler
-
Zauberbuch
-
Zauberbücher
-
Zauberlaterne
-
Zauberland
-
Zauberstäbe
-
Zauberer
-
Zauberfigur
-
Zauberspiegel
-
Zauberwörter
-
Zauberhut
-
Zaubertrick
-
Zauberarzt
-
Zauberprinzessin
-
Zauberstab
-
zauberhaft
-
Zauberspruch
-
Zauberärzte
-
Zauberkunst
-
Zaubersprüche
-
Zauberring
-
Zauberei
Recente vertalingen van DE naar NL
Massliebchen
-
unaufgeklärt
-
Sparbrenner
-
Bitterkeit
-
Wohlfahrtsstaat
-
vierzählig
-
Stromdrähte
-
verschieben
-
Spiritualismus
-
Lohnunterschied
-
Brombeere
-
seilen
-
Beschlagnahmung
-
farbempfindlich
-
Geschlender
-
sogenannt
-
Stadtverkehr
-
Gespann
-
Geldentwertung
-
Zugpersonal
-
Ausländerin
-
naben diesem
-
Hantelübungen
-
Ritt
-
Regenluft