Vertaling zich doen gelden van Nederlands naar Engels

belasting toegevoegde waarde - sluitingsplechtigheid - parochiehuis - uitzonderingsbepaling - belading - rabauw - generalisatie - hardzeiler - waartegen - irritant - inhoud - sarcasme - bereidheid - geelzucht - werk neerleggen - kordaat - poncho - regenkapje - converseren - hofleverancier - hyena - hijshaak - applaudiseren - opinieonderzoek - reformatie