1. Home
  2. Vertalen
  3. DE
  4. NL
  5. auflösen

Vertaling auflösen van Duits naar Nederlands

Wat is auflösen in het Nederlands?

Hieronder vind je de vertaling van auflösen van DE naar NL.

auflösen (abbrechen)
[werkwoord]
verbreken
afbreken
beëindigen
forceren
ontbinden
opheffen
stukmaken
verbrijzelen
auflösen (aufknoten)
[werkwoord]
oplossen
ontknopen
ontraadselen
ontrafelen
ontwarren
auflösen (aufteilen)
[werkwoord]
desintegreren
uit elkaar vallen
uiteenvallen
auflösen (entwirren)
[werkwoord]
ontwarren
ontraadselen
ontrafelen
uitpluizen
uitrafelen
uitvezelen
uitzoeken
auflösen (aufheben)
[werkwoord]
uiteen doen gaan
ontbinden
opheffen
auflösen (auseinandergehen)
[werkwoord]
uit elkaar gaan
scheiden
uiteengaan
van elkaar gaan
auflösen (ausfindig machen)
[werkwoord]
tot een oplossing brengen
ontcijferen
ontwarren
oplossen
auflösen (aufsperren)
[werkwoord]
openbreken
kraken de ~
losbreken
auflösen (aufdecken)
[werkwoord]
opdoeken
opheffen
auflösen (herausbekommen)
[werkwoord]
ontwaren
ontdekken
opsporen
auflösen (losziehen)
[werkwoord]
lostornen
loskrijgen
losmaken
tornen
uithalen
uittrekken
auflösen (losmachen)
[werkwoord]
losmaken
detacheren
loskrijgen
loswerken
scheiden
auflösen (abzahlen)
[werkwoord]
afbetalen
afrekenen
vereffenen
verrekenen
auflösen (lösen)
[werkwoord]
in een vloeistof opgaan
oplossen

Woorden die beginnen of eindigen met auflösen

Auflösen

Recente vertalingen van DE naar NL

Gutheit - angenehm machen - Einerlei - Handelsbesprechung - zur Anprobe fertig - Blumenkasten - Schildwache - Lichttherapie - Arbeitsanstalt - Errungenschaft - Wasserleiche - willos machen - Schweinetröge - transparent - nukleare Rüstung - Wochenkarte - abtreiben - Mähne - forthelfen - Hochzeitsnacht - Terp - einzig - Sportlenkräder - Lobrede - Alliterieren
Reinier Korth - Freelance Web Developer