1. Home
  2. Vertalen
  3. DE
  4. NL
  5. schaffen

Vertaling schaffen van Duits naar Nederlands

Wat is schaffen in het Nederlands?

Hieronder vind je de vertaling van schaffen van DE naar NL.

schaffen (hinkriegen)
[werkwoord]
tot stand brengen
voor elkaar krijgen
schaffen (fertigbringen)
[werkwoord]
voor elkaar krijgen
bedingen
bewerkstelligen
fixen
klaarspelen
lappen de ~
schaffen (verwirklichen)
[werkwoord]
verwerkelijken
bewerkstelligen
realiseren
verwezenlijken
schaffen (verschaffen)
[werkwoord]
verschaffen
verstrekken
schaffen (fertigbringen)
[werkwoord]
rooien
schaffen (entlehnen)
[werkwoord]
ontlenen
lenen de ~
schaffen (fertigbringen)
[werkwoord]
klaarspelen
fiksen
flikken de ~
voor elkaar krijgen
schaffen (ins Leben rufen)
[werkwoord]
in het leven roepen
maken
scheppen de ~
schaffen (funktionieren)
[werkwoord]
functioneren
schaffen (abbauen)
[werkwoord]
exploiteren
uitbuiten
schaffen (tun)
[werkwoord]
doen
handelen
uitrichten
uitvoeren de ~
verrichten
schaffen (distribuieren)
[werkwoord]
distribueren
ronddelen
uitreiken
verdelen
schaffen (zustande bringen)
[werkwoord]
bolwerken
schaffen (den Erwartungen entsprechen)
[werkwoord]
aan verwachtingen voldoen
aan verwachtingen beantwoorden

Woorden die beginnen of eindigen met schaffen

abschaffen - rechtschaffen - zurückschaffen - sich vom Halse schaffen - Schaffenskraft - sich Zugang verschaffen - Zutritt verschaffen - wegschaffen - geschaffen - sich etwas beschaffen - herbeischaffen - Schaffen - verschaffen - Schaffensdrang - fortschaffen - Schaffenskräfte - Abschaffen - erschaffen

Recente vertalingen van DE naar NL

Reibung - Staatszimmer - Kätzchen - bezeugen - Bundesverfassungsgericht - Weibschen - Telefonbuch - Äußerste - Vorschlag - Aufsatz - Zauber - Streikkasse - neuzeitlich - umhertreibende Schatten - Abwägen - Öffentlichkeit - Furche - Coupeuse - Kassendefizit - Stichwörter - Verkehrsaufkommen - ausländisch Geld - Atomsprengkopf - Supervision - Hysterikerin
Reinier Korth - Freelance Web Developer