Vertaling seizoen van Nederlands naar Frans
Wat is seizoen in het Frans?
Hieronder vind je de vertaling van seizoen van NL naar FR.Woorden die beginnen of eindigen met seizoen
bloeiseizoen
-
regenseizoen
-
winterseizoen
-
seizoensuitverkoop
-
toneelseizoen
-
seizoenswerker
-
seizoenbedrijven
-
naseizoen
-
seizoenarbeider
-
seizoenbedrijf
-
reisseizoen
-
laagseizoen
-
jachtseizoen
-
seizoenkaart
-
theaterseizoen
-
seizoendrukte
-
seizoenartikelen
-
hoogseizoen
-
speelseizoen
-
toeristenseizoen
-
seizoenwerk
-
seizoenopruiming
Recente vertalingen van NL naar FR
doorvoervoorraden
-
zich bezeren
-
harmoniƫren
-
interfereren
-
wortelgetal
-
geloofsartikel
-
aanhangend
-
binnenzak
-
weerstreven
-
gereedschapskist
-
erfelijkheid
-
kalend
-
zitbanken
-
van zijn positie verdrijven
-
verkend
-
geregeld
-
discretie
-
penthouse
-
kinderdracht
-
gaatjes maken in
-
uitwerken
-
verslaving
-
uitholling
-
festijn
-
gekarteld